Dat lepra nog steeds voorkomt in Senegal, is ook voor de Senegalese bevolking zelf een relatief onbekend gegeven. Velen hebben slechts vaag gehoord over lepra en het gezondheidspersoneel is onvoldoende opgeleid om de symptomen te herkennen. Lepra verstopt zich als het ware in afgelegen dorpjes waar veel armoede heerst. Daar slaat de ziekte genadeloos toe bij kwetsbare volwassen en kinderen. Bij een gebrek aan medische hulp, lopen zij risico op levenslange beperkingen. Daarom zet Damiaanactie in Senegal zich dag en nacht in om mensen getroffen door lepra te genezen en de verdere verspreiding van de ziekte af te remmen.

Opsporen van lepra in Senegal

Medewerkers van Damiaanactie in Senegal bezoeken dorpen waar veel lepra voorkomt om de inwoners bewust te maken over het bestaan van de ziekte, de symptomen, gevolgen en behandeling. Eerst is er een gezamenlijk infomoment, daarna gaat het medisch team van deur tot deur om iedereen een huidonderzoek aan te bieden. Als ze vaststellen dat iemand lepra heeft, starten ze meteen een behandeling van 6 à 12 maanden met medicatie. Vervolgens krijgen mensen in hun directe omgeving, zoals naaste familieleden of buren, preventief rifampicine, een medicijn om te voorkomen dat de ziekte zich ontwikkelt. Bij mensen met vergevorderde lepra worden wonden verzorgd, cortisone behandelingen opgestart en pijnstillers gegeven.

Langetermijnaanpak om lepra te stoppen

Het team brengt ook in kaart waar lepra voorkomt met gebruik van smartphones en tablets. Daarin worden de vastgestelde gevallen anoniem opgeslagen. Aangezien de preventieve medicatie maar enkele jaren bescherming biedt, gaat het Damiaanactieteam in Senegal elke 3 à 4 jaar opnieuw langs in de dorpen. Deze langetermijnaanpak is aldus cruciaal om de overdracht van de ziekte te onderbreken, het aantal mensen met lepra te doen verminderen, en te vermijden dat volwassenen of kinderen onomkeerbare fysieke beperkingen krijgen.

Gezondheidswerkers opleiden over lepra

Damiaanactie in Senegal geeft ook opleidingen aan zorgpersoneel van de overheid over de symptomen en behandeling van lepra. Zo kan de ziekte op grote schaal aangepakt worden.

Dokter Tito Tamba, assistent medisch adviseur bij Damiaanactie in Senegal, vertelt: “Ik hoor nog al te vaak ‘dokter, we dachten dat lepra niet meer bestond’. De bevolking, en zelfs de gezondheidswerkers, snappen niet dat de verminkingen een gevolg zijn van lepra. Bijgevolg herkennen ze kleurloze vlekjes niet als een vroeg symptoom van lepra. Tijdens de opleiding beseffen ze plotseling dat ze mensen een verkeerde diagnose hebben gegeven. Daar moet verandering in komen. We moeten meer hulpverleners opleiden, artsen informeren en overkoepelende programma’s begeleiden.”

De sociale impact van lepra in Senegal

Anderzijds worden mensen met lepra vaak uitgesloten door de maatschappij. Hun letsels en lichamelijke beperkingen beletten hen te werken of naar school te gaan. Daardoor belanden hele families in armoede en sociaal isolement.

Cheikh Ndiaye over uitsluiting: “Zodra mensen hoorden dat ik lepra had, werd ik scheef bekeken en uitgesloten. Mijn oudere zus moest scheiden van haar echtgenoot toen haar schoonfamilie te weten kwam dat ik de ziekte had.”

Hadji Gnom over opgroeien met lepra: “Ik ben gestopt met school uit pure schaamte. Mijn klasgenoten durfden niet in mijn buurt te komen en elke keer als ik op een groepje afstapte, stoven ze uiteen.”

Khady Touré over de sociale impact van lepra: “Mijn man en ik woonden in bij mijn schoonfamilie in Dakar. De hele tijd maakten ze gemene opmerkingen over de ziekte van mijn ouders. Ze behandelden me als ‘het kind van twee melaatsen’. Uiteindelijk werd het zo erg dat we uit elkaar zijn gegaan.”

Gepubliceerd op 14 mei 2024